Reliëfwijzigingen met of zonder omgevingsvergunning?

 

Wens je het reliëf in je tuin of weide plaatselijk aan te passen? Wist je dat hier bepaalde regels aan verbonden zijn? Vaak heb je hiervoor immers ook een omgevingsvergunning nodig.

Onder specifieke voorwaarden kunnen plaatselijke ophogingen of afgravingen uitgevoerd worden zonder omgevingsvergunning. Deze specifieke voorwaarden zijn als volgt: 

  • Het terrein ligt niet in ruimtelijk kwetsbaar, erosiegevoelig of mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied; 
  • De aard van het terrein kan wijzigen, maar de functie van het terrein wijzigt niet; 
  • Het totale volume van de reliëfwijziging is kleiner dan 30 m³ per goed; 
  • De hoogte of diepte van de reliëfwijziging is op elk punt kleiner dan een halve meter en de reliëfwijziging strekt niet tot het geheel of gedeeltelijk dempen van grachten of waterlopen.

Indien je aan al deze voorwaarden voldoet, kan je de reliëfwijziging uitvoeren zonder omgevingsvergunning. Indien je afwijkt van één van deze voorwaarden, dan heb je wel een omgevingsvergunning nodig, op een paar uitzonderingen na. Zo is een omgevingsvergunning niet noodzakelijk voor het aanleggen of herinrichten van poelen in functie van natuur- of landschapsbeheer met een maximale oppervlakte van 100 m². Ook wanneer het een uitgraving van een veedrinkpoel betreft, is de omgevingsvergunning niet noodzakelijk.

Vaak heb je dus wel een omgevingsvergunning nodig voor het uitvoeren van de gewenste reliëfwijziging. Bij een dergelijke vergunningsaanvraag moet er met bepaalde zaken rekening gehouden worden. Eerst en vooral heb je de waterproblematiek. De bestaande waterhuishouding mag niet negatief beïnvloed worden door de gevraagde werken. Daarom wordt er tijdens de vergunningsprocedure altijd advies gevraagd aan de bevoegde instantie hieromtrent. Afhankelijk van je ligging, kan dit zowel de Provinciale Dienst Waterlopen zijn, als de Westkustpolder, de Zuidijzerpolder, de Middenkustpolder of nog een andere instantie.

In bepaalde gevallen moet je ook rekening houden met mogelijke archeologie. Is je perceel bijvoorbeeld meer dan 3000 m² en je reliëfwijziging neemt meer dan 1000 m² in beslag, dan heb je een archeologienota nodig. Voldoe je aan volgende bijkomende voorwaarden, dan heb je toch geen archeologienota nodig: 

  • De reliëfwijziging valt volledig buiten woon- of recreatiegebied; 
  • De aanvrager is niet publiekrechtelijk en de bodemingreep is minder dan 5000 m². 

Indien je perceel meer dan 3000 m² is en gelegen is in woongebied, dan heb je geen archeologienota nodig voor reliëfwijzigingen tot maximaal 999 m². Voor de landbouw werd hier een bijkomende uitzonderingsmaatregel aan toegevoegd. Voor een reliëfwijziging van meer dan 5000 m², gelegen in agrarisch gebied, kaderend in verbeterd bodembeheer en omvat uitsluitend een reliëfwijziging en de afgraving gaat niet dieper dan 40 cm; dan is er ook geen archeologienota noodzakelijk bij dergelijke vergunningsaanvragen.

Afhankelijk van de ligging van je perceel is er vaak ook een vegetatiewijziging noodzakelijk. Dit kan opgenomen worden als onderdeel van de omgevingsvergunningsaanvraag.

Als grond- of loonwerker kom je vaker voor deze en andere vragen te staan. Om een duidelijk kader te schetsen over alle mogelijkheden, organiseert DLV een infomoment specifiek voor grond- en loonwerkers. Meer info vind je hier. 

Contacteer ons

Heb je vragen? Onze adviseurs staan je graag bij om na te gaan of je nu al dan niet een omgevingsvergunning nodig hebt voor de gewenste reliëfwijziging.

Neem contact op