Paardenhouders trekken vaak richting het agrarisch gebied, omwille van de mogelijkheden in bestaande sites en de ruimte voor hun paarden. Maar welke stappen kan je ondernemen eens je jouw project wil uitbouwen en er ook wil gaan wonen? Heb je een hoeve in het agrarisch gebied op het oog? Of moeten er werken gebeuren aan je bestaande (bedrijfs)woning? Hieronder vind je een stappenplan terug van de verschillende aspecten van dit proces en enkele belangrijke aandachtspunten.
Als eerste is het belangrijk om te kijken of het gaat om een zonevreemde of zone-eigen woning en uit te klaren welke activiteiten je van plan bent op te starten op de site. Dit bepaalt namelijk de van toepassing zijnde wetgeving, en eventueel de noodzaak van een voorafgaande zonevreemde functiewijziging.
In de meeste gevallen is een bestaande woning in agrarisch gebied vergund als een zone-eigen bedrijfswoning bij een professioneel landbouwbedrijf. Wanneer een landsbouwsite uit het landbouwgebruik wordt genomen, moet eerst een functiewijziging aangevraagd worden voor de site vooraleer men verbouwingswerken kan aanvragen.
Wil je een vergunning verkrijgen voor een zonevreemde woning, dan moet het gaan om:
Bij het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van de woning moet het bouwvolume beperkt blijven tot 1.000m³. Dit geldt zowel in het geval van een zonevreemde als een zone-eigen situatie.
Het is ook mogelijk om de woning te herbouwen op een gewijzigde plaats, maar hiervoor moet er rekening gehouden worden met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.
De tweede stap is om te kijken of er bij de gewenste veranderingen aan de woning vergunningsplichtige werken komen kijken. In het algemeen zijn onderhoudswerken of instandhoudingswerken niet vergunningsplichtig. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Constructieve werken aan een woning, zijnde werken die betrekking hebben op de stabiliteit van een gebouw, zijn steeds vergunningsplichtig, bijvoorbeeld:
Bij constructieve werken en regularisaties ben je als bouwheer verplicht om een architect aan te stellen. De architect gaat in samenspraak met de bouwheer een ontwerp opmaken. Hierna wordt er een architectenovereenkomst opgemaakt samen met de veiligheidscoördinator.
Een veiligheidscoördinator aanstellen is in de meeste gevallen wettelijk verplicht. De taak van een erkende veiligheidscoördinator is om het risico op arbeidsongevallen op de werf in te schatten en te verminderen. Dit zowel in de ontwerpfase als tijdens de verwezenlijkingsfase van de werken.
Wanneer het ontwerp en het programma gekend zijn, zal men eventuele studies moeten toevoegen aan het dossier voor de omgevingsvergunning. Enkele voorbeelden van studies:
Het indienen van de omgevingsvergunningsaanvraag gebeurt bij de bevoegde overheidsinstantie. Je bent hierbij ook verplicht om een verantwoordingsnota toe te voegen aan het dossier. Deze nota is het fundament van het dossier.
Het opvolgen van de aanvraag, o.a. de verleende adviezen en het openbaar onderzoek, is belangrijk om zo tot het verkrijgen van de vergunning te komen. Naar aanleiding van bv. adviezen, kunnen wijzigingen aan het dossier nog noodzakelijk zijn tijdens deze procedure.
Bij het uitvoeren van een vergunning is men verplicht om een EPB verslaggever en ventilatieverslaggever, stabiliteitsingenieur en veiligheidscoördinator aan te stellen.
Het uitvoeringsdossier wordt tijdens of na de vergunning samengesteld, maar is niet verplicht te nemen:
Gezien de architecturale aansprakelijkheid/deontologie dient elk project verplicht opgevolgd te worden door een architect.
Een goede werfopvolging is nodig voor een succesvol project. Dit om “foutjes” vroeg in het bouwproces te ontdekken, zodat men kan ingrijpen waar nodig is. Na elk bezoek wordt er een schriftelijk verslag uitgebracht naar alle betrokken partijen.
Wil je zelf aan de slag gaan met de bouw of verbouwing van jouw woning? Contacteer een DLV-adviseur om jouw project te bespreken.
Bekijk mijn project
De Vlaamse Regering heeft begin juli een voorstel goedgekeurd dat het omgevingsvergunningsbeleid ingrijpend vereenvoudigt. Dit moet zorgen voor minder papierwerk, meer duidelijkheid en snellere procedures voor particulieren, landbouwers en ondernemers.
Stel je voor dat je op je zoektocht naar een woning valt voor de charmes van een authentiek herenhuis dat werd gebouwd in 1937. Je beslist het te kopen en de verkoper deelt je mee dat het pand beschermd erfgoed is. De schrik overvalt je. Wat nu?
Zonevreemde bedrijven die willen blijven waar ze gevestigd zijn, kunnen onder bepaalde voorwaarden een planologisch attest aanvragen. Maar waar moet de kernactiviteit zich dan precies bevinden? En wat verandert er binnenkort?