De zomer komt eraan: tijd om te genieten op zonnige terrasjes en in gezellige zomerbars. Met de zomer in aantocht groeit het verlangen naar buiten genieten. De afgelopen jaren is het aanbod aan zomerbars sterk toegenomen, waardoor er voor iedereen wel een leuke plek te vinden is om van het mooie weer te genieten.
Maar wat zijn nu precies de regels bij het opstarten van een zomerbar? Vooral in agrarisch gebied gelden er specifieke regels en vergunningsvereisten. In dit artikel zetten we de belangrijkste (omgevingsrechtelijke) aspecten op een rij, zodat je goed voorbereid aan je eigen pop-up bar kunt beginnen.
Het is in principe niet toegestaan om een zomerbar in te richten in agrarisch gebied. Een zomerbar is immers geen landbouw in de zin van artikel 11 van het inrichtingsbesluit.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de stedenbouwkundige handelingen waarvoor een omgevingsvergunning nodig is (hierna het vrijstellingsbesluit) voorziet twee uitzonderingen:
Het vrijstellingsbesluit maakt het vooreerst mogelijk om tijdelijk de hoofdfunctie van een bestaand, hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw te wijzigen en dit zonder vergunning. Dit mag zolang de tijdelijke functiewijziging maximaal vier periodes van 30 aaneengesloten dagen per kalenderjaar duurt (artikel 7.3 vrijstellingsbesluit).
Het kan evenwel zijn dat de zomerbar niet wordt georganiseerd in een bestaand gebouw, maar in open lucht. Denk bijvoorbeeld aan een zomerbar bestaande uit volgende tijdelijke constructies: een tent, een terras, een foodtruck,... In voorkomend geval voorziet het vrijstellingsbesluit tevens in een vrijstelling van vergunningsplicht en dit voor het opzetten van tijdelijke constructies (artikel 7.2 vrijstellingsbesluit):
Naast voormelde bijzondere voorwaarden dient tevens te worden voldaan aan de algemene voorwaarden van het vrijstellingsbesluit (o.a. er mag geen lokale regelgeving zijn die het anders zegt en het mag niet uitdrukkelijk zijn uitgesloten in de bestaande omgevingsvergunning). Als de zomerbar niet aan de algemene en bijzondere voorwaarden van het vrijstellingsbesluit voldoet, is een vergunning nodig.
Ondanks voormelde vrijstellingen dient in de rand te worden vermeld dat de Raad van State er een heel strenge en afwijkende zienswijze op nahoudt: zij oordeelde dat de toelating voor pop-upbars principieel strijdig is met het bestemmingsvoorschrift agrarisch gebied. Deze rechtspraak gaat volledig voorbij aan het vrijstellingsbesluit. Deze zienswijze wordt fel betwist in de rechtsleer.
Gelet op bovenstaande rechtspraak is het belangrijk om de aanvraag zo nauwkeurig en volledig mogelijk toe te lichten. De omvang van de pop-up (plaatsinname, aantal bezoekers, parking, lawaai, …) zal immers mee bepalen in welke mate gebruik kan gemaakt worden van het vrijstellingsbesluit.
Het lokaal bestuur dient op zijn beurt de toelating zorgvuldig te motiveren en na te gaan welke overlast de zomerbar kan veroorzaken en welke maatregelen worden genomen om deze overlast te minimaliseren.
Het vrijstellingsbesluit voorziet op vandaag dat voormelde tijdelijke handelingen vrijgesteld zijn van vergunningsplicht. Het verzameldecreet omgeving (voluit: decreet van 17 mei 2024 houdende diverse bepalingen over omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening) wijzigt deze vrijstelling naar een meldingsplicht. De exacte datum van inwerktreding moet nog nader worden bepaald.
De kandidaat-uitbater dient voorts in orde te zijn met de nodige administratie, vergunningen en verzekeringen rond:
De uitbating van een zomerbar in agrarisch gebied is minder evident dan het lijkt. Een grondige analyse van de regelgeving (m.i.v. gemeentelijke verordeningen) en locatie is essentieel. Het vrijstellingsbesluit biedt een (mogelijke) eenvoudige oplossing: een aantal tijdelijke handelingen worden vrijgesteld van vergunningsplicht. Een grondige motivatie met oog op toelating uitbating/ verlening toelating is evenwel noodzakelijk.
Belangrijk in dit licht is dat deze tijdelijk vrijgestelde handelingen door de tussenkomst van het verzameldecreet omgeving meldingsplichtig zullen worden. To be continued!
Heb je vragen na het lezen van dit artikel? Aarzel niet om een van onze DLV-adviseurs te contacteren.
Contacteer ons
Auteur: Annelies Gunst, DLV-adviseur
Het regeerakkoord wenst de mogelijkheden rond de zonevreemde functiewijzingen te actualiseren. Er wordt hiervoor expliciet verwezen naar het geurkader. Het moet als landbouwer-op-rust mogelijk blijven om de voormalige bedrijfswoning om te zetten naar een particuliere woning. Echter, de wetgever wenst de vergunning te koppelen aan kwaliteitseisen om het ruimtebeslag in agrarisch gebied terug te dringen én om zone-eigen activiteiten te beschermen.
Ben je land- of tuinbouwer en denk je eraan om in de toekomst te stoppen met je land- of tuinbouwactiviteiten? Ben je particulier en geïnteresseerd om een dergelijk land- of tuinbouwbedrijf te kopen? Ben je reeds eigenaar van een voormalig land- of tuinbouwbedrijf en wil je weten wat de verdere mogelijkheden zijn? Al deze vragen zijn razend actueel, maar zijn niet altijd even makkelijk te beantwoorden.