Teeltplan 2025

2024 zal de geschiedenisboeken ingaan als een bijzonder nat jaar. Vooral het voorjaar was lange tijd extreem nat waardoor vele gewassen zeer laat ingezaaid werden. Op dit moment zijn nog niet alle oogsten binnen gehaald. Toch is het nu het moment om het teeltplan 2025 onder de loep te nemen. We zetten hierbij enkele aandachtspunten op een rijtje. 

Gewasrotatie

Indien je rechtstreekste betalingen ontvangt, moet je voldoen aan de normen voor goede landbouw- en milieucondities. Gewasrotatie is er hier één van. In 2025 verandert dit grondig. 

Indien je aan gewasdiversificatie kan voldoen, hoef je niet te roteren met de gewassen.  De principes van gewasdiversificatie zijn dezelfde als die werden toegepast bij de vergroeningsbetaling in het vorige GLB (2015-2022):

  • Teel je meer dan 10 en max. 30 ha op bouwlandpercelen, dan moet je op dat bouwland minstens 2 verschillende hoofdteelten telen. De grootste teelt is beperkt tot 75% van het bouwlandareaal.
  • Teel je meer dan 30 ha op bouwlandpercelen, dan moet je op dat bouwland minstens 3 verschillende hoofdteelten telen. De grootste teelt mag niet meer dan 75% van het bouwlandareaal beslaan en de 2 grootste teelten samen niet meer dan 95%.

Indien je hier niet aan kan voldoen, moet gewasrotatie toegepast worden op elk bouwlandperceel. Dit kan door:

  • ofwel een hoofdteelt te telen die tot een andere gewasgroep behoort dan de hoofdteelt van het voorgaande jaar.
  • ofwel na de hoofdteelt van het voorgaande jaar een nateelt aan te houden die minstens twaalf weken op het perceel blijft en tot een andere gewasgroep behoort dan de hoofdteelt van dat jaar.

Met andere woorden: heb je geen nateelt ingezaaid (én aangegeven in de verzamelaanvraag), zal je in dit geval een teelt van een andere gewasgroep moeten aanhouden in 2025 als de teelt in 2024.

ECOREGELINGEN en AGROMILIEUMAATREGELEN

Het GLB biedt financiële ondersteuning bij toepassingen van een aantal teelten in het kader van ecoregelingen en agromilieumaatregelen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Vruchtafwisseling met vlinderbloemigen

In de periode 2021 t/m 2025 worden er minstens 3 verschillende vruchtafwisselingsgroepen geteeld, waarvan minstens 1 uit de vlinderbloemigengroep. Een voorbeeld: Je zaaide in 2021 grasklaver en in 2022, 2023 en 2024 mais. Indien je in 2025 een teelt inzaait die niet uit de gewasgroep van grasklaver of mais komt, kan je hiervoor een financiële vergoeding krijgen van ongeveer 100 euro per ha.

  • 1-jarige eiwitteelten en andere ecoteelten

Er wordt een financiële steun voorzien van ongeveer 60 tot 1.500 euro per ha voor de inzaai van hoofdteelten zoals voedererwten, soja, quinoa, tagetes, hennep, faunamengsel, … en voor mengteelten van granen met een vlinderbloemige.

  • Meerjarige eiwitteelten en andere ecoteelten

Er wordt een financiële steun voorzien van ongeveer 230 tot 600 euro per ha voor de inzaai van meerjarige hoofdteelten zoals grasklaver, grasluzerne, graskruidenmengsel, miscanthus, …

  • Verhogen organisch koolstofgehalte via teeltplan

Deze ecoregeling voorziet in een financiële vergoeding van ongeveer 70 tot 160 euro per ha indien je over het volledige teeltplan 2025 teelten en groenbedekkers inzaait die gemiddeld per ha minstens 1.250 kg effectieve organische koolstof aanbrengen.